Resolution

0.25 meters

11 record(s)
 
Type of resources
Topics
Provided by
Update frequencies
status
Resolution
From 1 - 10 / 11
  • Categories    

    Deze kaart toont de GLG-resultaten voor toekomstig klimaat; voluit de Gemiddeld Laagste Grondwaterstanden (GLG) van het Nationaal Watermodel (resultaten september 2017) voor toekomstig klimaat (KNMI-klimaatscenario WH2050). De grondwaterstanden zijn verfijnd gevisualiseerd met het Actueel Hoogtebestand Nederland, versie 2 (AHN2). Resultaat is een visualisatie van de grondwaterstanden (meters onder maaiveld) op 0,25 m2, waarin lokale hoogten zichtbaar worden. Opbouw In grote lijnen is de opbouw van de kaarten als volgt: › Gebruik van raster met rekenresultaat GLG voor klimaatscenario WH2050 (Nationaal Watermodel, resolutie 250 bij 250 meter); › Ruimtelijke interpolatie van deze resultaten voor het creëren van vloeiende overgangen tussen de rekencellen van het NWM; › Bewerking met de AHN2 (resolutie 0,5 bij 0,5 meter) tot grondwaterstanden onder maaiveld. Verantwoording In de kaarten wordt extra informatie gegenereerd door interpolatie en combinatie met de AHN2. Dit levert een verfijnd beeld met een resolutie van 0,5 bij 0,5 meter. Het rekenresultaat is echter nog steeds gebaseerd op het Nationaal Watermodel met resolutie van 250 bij 250 meter. De bewerking levert dus geen extra rekenresultaten op. Wel levert de bewerking een bruikbare kaart voor klimaatsessies, omdat deze gemakkelijk te interpreteren is tot op perceelsniveau. De provincie accepteert geen aansprakelijkheid over onjuiste interpretatie van de kaart. Brondata en aanvullende informatie over het Nationaal Watermodel zijn te vinden via www.klimaateffectatlas.nl.

  • Categories    

    De kaartlaag 'Hittestress – Oppervlakte temperatuur' geeft aan waar hittestress kan optreden tijdens zomerse dagen. De rode gebieden zijn zeer gevoelig voor hittestress, de blauwe gebieden nauwelijks. Bij de totstandkoming van deze kaart spelen de volgende factoren een rol: › de emissiviteit (de warmte-uitstraling van een oppervlak); › de schaduw De emissiviteit is bepaald voor het bovenste oppervlak: als er bomen langs een weg staan is de emissiviteit van het boomoppervlak boven de weg meegenomen. De emissiviteit en de schaduw zijn gewogen op basis van de verwachte bijdrage die elke factor heeft op de oppervlaktetemperatuur. Verantwoording Voor deze kaart is gebruik gemaakt van de hoogtegegevens van het Actueel Hoogtebestand Nederland, versie 2. Deze zijn over de landgebruikskaart geplaatst. Voor het bepalen van de hittestress is uitsluitend rekening gehouden met de hierboven genoemde factoren. Er is geen rekening gehouden met wind of met het geschatte aantal dagen hittestress per jaar. Het is daarom mogelijk dat de gepresenteerde knelpunten niet altijd in de praktijk (in die mate) worden herkend. De kaart geeft echter een goede indicatie van het effect van elk type oppervlak op de gevoelstemperatuur.

  • Categories    

    Deze kaart toont de beschikbare berging in de bodem (mm) bij huidig klimaat en bij een gemiddeld hoge grondwaterstand (GHG). De intensiteit van de neerslag neemt naar verwachting tot 2050 verder toe. Dit geldt zowel voor de zomers als de winters. In gebieden met hoge waterpeilen en grondwaterstanden én een lage infiltratiecapaciteit (mm/uur) ontstaat er bij een regenbui in het algemeen op deze plekken als eerste wateroverlast op. In gebieden met lagere waterpeilen en grondwaterstanden en een hoge infiltratiecapaciteit zal er in het algemeen minder snel wateroverlast ontstaan door de snelle infiltratie van water in de bodem en omdat er meer bodemberging beschikbaar is. Bodemberging op de kaart kan nog beter benut worden in tijden van (extreme) regenval, zodat wateroverlast elders voorkomen kan worden. Deze kaart geeft een eerste inzicht in de ruimtelijke verdeling van de beschikbare bodemberging, uitgaande van de berekende hoogste grondwaterstand met het Nationaal Watermodel (NWM) bij huidig klimaat. De hoogste grondwaterstand wordt doorgaans in de wintermaanden bereikt. (Zie ook de kaart GHG huidig in de Klimaatatlas). Omdat wordt gerekend met de gemiddeld hoogste grondwaterstand gaat het dus om de “worst-case” beschikbare bodemberging, waarbij de grondwaterstanden hoog zijn. Voorliggende kaart heeft als doel een eerste beeld te krijgen van kwetsbare én kansrijke gebieden voor bodemberging, als input voor integrale klimaatsessies. Om ernst en omvang van de knelpunten te kwantificeren en om kansen uit te werken is een verdere detaillering noodzakelijk. Dit geldt met name voor de stedelijke gebieden.

  • Categories    

    Deze kaart laat het resultaat zien van een stresstest voor het landelijk gebied van Zuid-Holland. De kaart maakt inzichtelijk waar waarschijnlijk wateroverlast zal ontstaan na een extreme bui van 100 millimeter in 2 uur. De stresstest van het landelijke gebied is uitgevoerd met 2D terreinmodellen (3Di) die zijn opgebouwd vanuit de gefilterde en geïnterpoleerde Algemene Hoogtekaart Nederland (AHN2 en AHN3), informatie over landgebruik (voor frictie) en over de bodem (voor infiltratie). De resolutie van de resultaten is 0,25 m2. Voor het stedelijk gebied zijn voor verschillende gemeentes integrale modellen gebruikt waarin tevens de riolering is opgenomen (zet hiervoor de laag modelinformatie aan en klik op de kaart voor extra informatie). In de 2D terreinmodellen is de stroming over het maaiveld en de waterverdeling via de watergangen op hoog detailniveau meegenomen. De precieze werking van riolering en kunstwerken in het watersysteem (duikers, stuwen en gemalen) zijn niet of versimpeld meegenomen in het model (Stresstest Ruimtelijke Adaptatie). Het is daarom mogelijk dat de gepresenteerde wateroverlast niet altijd in de praktijk (in die mate) herkend wordt. Aan de absolute waarden kunnen dus geen rechten worden ontleend. De resultaten geven echter een eerste indicatie van de te verwachten overlastlocaties bij hevige neerslag. Op basis van uitgevoerde modelcontroles is tevens aangegeven waar sprake is van een mogelijke over- of onderschatting van de wateroverlast (zet hiervoor de laag modelcontrole aan). Voor panden (bron: BAG) is in het terreinmodel een vloerpeil van 15 cm boven maaiveld aangenomen. Het onderlopen van panden via drempels is niet meegenomen, omdat detailinformatie van drempelhoogte nog ontbreekt.

  • Categories    

    Sinds 2019 adviseert het DPRA de nieuwe kaart “Plaatsgebonden Overstromingskans” aan voor het thema Gevolgbeperking Overstromingen. De kaart geeft inzicht in de kans op het optreden van een overstroming met een waterdiepte > 20cm en geeft zo een beter inzicht in overstromingsrisico’s dan enkel de maximale waterdieptekaarten, die alleen het ‘schrikbeeld’ van de maximale waterdieptes presenteren (de meest extreme gebeurtenis). In deze kaart zijn de overstromingskansen van de primaire en regionale keringen gecombineerd. De ‘plaatsgebonden overstromingskans’ zal helpen in het thema Gevolgbeperking Overstromingen. De primaire en regionale keringen beschermen het achterland tegen overstromingen. De primaire keringen hebben een norm die aangeeft wat de kans van falen mag zijn per dijktraject. Op basis van deze normen zijn de overstromingsscenario’s afgeleid en hebben deze een overschrijdingsfrequentie die gelijk of kleiner is dan de norm. Voor de regionale keringen is uitgegaan van een overschrijdingsfrequentie van 1/100 jaar. Het kan voorkomen dat bepaalde locaties in het achterland kans hebben om geraakt te worden door meer dan één overstromingsscenario. Wanneer dit gebeurt neemt de kans toe dat deze specifieke locaties getroffen worden door een overstroming. Daarom de naam plaatsgebonden overstromingskans.

  • Categories    

    Deze kaart toont de beschikbare berging in de bodem (mm) bij klimaatscenario WH2050 en bij een gemiddeld hoge grondwaterstand (GHG). De intensiteit van de neerslag neemt naar verwachting tot 2050 verder toe. Dit geldt zowel voor de zomers als de winters. In gebieden met hoge waterpeilen en grondwaterstanden én een lage infiltratiecapaciteit (mm/uur) ontstaat er bij een regenbui in het algemeen op deze plekken als eerste wateroverlast op. In gebieden met lagere waterpeilen en grondwaterstanden en een hoge infiltratiecapaciteit zal er in het algemeen minder snel wateroverlast ontstaan door de snelle infiltratie van water in de bodem en omdat er meer bodemberging beschikbaar is. Bodemberging op de kaart kan nog beter benut worden in tijden van (extreme) regenval, zodat wateroverlast elders voorkomen kan worden. Deze kaart geeft een eerste inzicht in de ruimtelijke verdeling van de beschikbare bodemberging, uitgaande van de berekende hoogste grondwaterstand met het Nationaal Watermodel (NWM) bij klimaatscenario WH2050. De hoogste grondwaterstand wordt doorgaans in de wintermaanden bereikt. (Zie ook de kaart GHG WH2050 in de Klimaatatlas). Omdat wordt gerekend met de gemiddeld hoogste grondwaterstand gaat het dus om de “worst-case” beschikbare bodemberging, waarbij de grondwaterstanden hoog zijn. Voorliggende kaart heeft als doel een eerste beeld te krijgen van kwetsbare én kansrijke gebieden voor bodemberging, als input voor integrale klimaatsessies. Om ernst en omvang van de knelpunten te kwantificeren en om kansen uit te werken is een verdere detaillering noodzakelijk. Dit geldt met name voor de stedelijke gebieden. Opbouw De kaart toont per rastercel van 0,5 bij 0,5 meter wat de beschikbare bodemberging is in millimeter. De kaart is tot stand gekomen door middel van een hoogtekaart, de Gemiddeld Hoge Grondwaterkaart (GHG WH2050) en bodemtype met elkaar te combineren. Verantwoording GHG WH2050: Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand voor klimaatscenario WH2050 van het Nationaal Water Model (www.helpdeskwater.nl). Hoogtekaart AHN3 met een resolutie van 0,5x0,5m (www.ahn.nl). CAPSIM-tabel. De CAPSIM-tabel geeft per bodemtype weer hoeveel millimeter water (verticaal) geborgen kan worden, afhankelijk van een gegeven bodemtype. Bodemtype-kaart BOFEK2012. Deze kaart geeft de ruimtelijke verbreiding van bodemfysische eenheden ontwikkeld door Wageningen Universiteit. Bodemtypen in het stedelijk gebied ontbreken in deze landelijke kaart. Om een vlak dekkend beeld te krijgen is het stedelijk gebied dicht geïnterpoleerd met de dichtstbijzijnde bodemsoorten. (https://www.wur.nl/nl/show/Bodemfysische-Eenhedenkaart-BOFEK2012.htm) Disclaimer In deze kaart wordt extra informatie gegenereerd op basis van verfijnd gevisualiseerde resultaten van het Nationaal Watermodel, bodemtypen en infiltratiecapaciteiten. Dit levert een verfijnd beeld met een resolutie van 0.5 bij 0.5 meter. Het rekenresultaat is echter nog steeds gebaseerd op het NWM met resolutie van 250 bij 250 meter. Voor stedelijke gebieden is de bodemtype-kaart geïnterpoleerd omdat er geen gegevens van stedelijk gebied zijn in de BOFEK2012 kaart. De consequentie hiervan is dat de kaart met name voor het stedelijk gebied de conclusies minder betrouwbaar zijn en wordt geadviseerd om in meer detail te kijken.

  • Categories    

    Een actueel en gedetailleerd overzicht van het landgebruik is belangrijk bij interpretatie en prioritering van klimaateffecten. U kunt bijvoorbeeld de focus van uw analyse van klimaateffecten leggen op hoogwaardige bebouwing of primaire toegangswegen voor hulpdiensten. Deze landgebruikskaart is samengesteld op basis van de volgende openbare databronnen: het BAG-register, de TOP10NL, de Basisregistratiegewaspercelen, het NWB en de BGT. Deze databronnen worden in de landgebruikskaart gecombineerd. Hierdoor is een optimaal onderscheid te maken tussen de verschillende landgebruikscategorieën.

  • Categories    

    Deze kaart laat het resultaat zien van een stresstest voor het stedelijk gebied van Zuid-Holland. De kaart maakt inzichtelijk waar waarschijnlijk wateroverlast zal ontstaan na een extreme bui van 100 millimeter in 2 uur. De stresstest van het stedelijk gebied is uitgevoerd met 2D terreinmodellen (3Di) die zijn opgebouwd vanuit de gefilterde en geïnterpoleerde Algemene Hoogtekaart Nederland (AHN2 en AHN3), informatie over landgebruik (voor frictie) en over de bodem (voor infiltratie). De resolutie van de resultaten is 0,25 m2. Voor het stedelijk gebied zijn voor verschillende gemeentes integrale modellen gebruikt waarin tevens de riolering is opgenomen (zet hiervoor de laag modelinformatie aan en klik op de kaart voor extra informatie). Voor panden (bron: BAG) is in het terreinmodel een vloerpeil van 15 cm boven maaiveld aangenomen. Het onderlopen van panden via drempels is niet meegenomen, omdat detailinformatie van drempelhoogte nog ontbreekt.

  • Categories    

    Deze kaart toont de GHG-resultaten voor toekomstig klimaat; voluit de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstanden (GHG) van het Nationaal Watermodel (resultaten september 2017) voor toekomstig klimaat (KNMI-klimaatscenario WH2050). De grondwaterstanden zijn verfijnd gevisualiseerd met het Actueel Hoogtebestand Nederland, versie 3 (AHN3). Resultaat is een visualisatie van de grondwaterstanden (meters onder maaiveld) op 0,25 m2, waarin lokale hoogten zichtbaar worden. Opbouw In grote lijnen is de opbouw van de kaarten als volgt: › Gebruik van raster met rekenresultaat GHG voor klimaatscenario WH2050 (Nationaal Watermodel, resolutie 250 bij 250 meter);

  • Categories    

    Maximale waterdiepte na hoosbui provinciale wegen. Berekend met het modelinstrument 3Di.